1

Crevits wil toelatingsproef voor lerarenopleiding

Ik las vandaag een artikel op ‘De Redactie’ waarin staat dat Vlaams Minister va Onderwijs Hilde Crevits een verplichte, maar niet-bindende toelatingsproef wil invoeren voor studenten die aan de lerarenopleiding willen beginnen.

Tegen 2022 hebben we 60.000 nieuwe leerkrachten nodig, maar dit jaar zijn er nog geen 5.200 studenten begonnen aan een lerarenopleiding. De minister wil daarom de lerarenopleiding hervormen en wil daarvoor een toelatingsproef invoeren. Dat staat te lezen in haar beleidsnota die de krant De Morgen kon inkijken.

“Ik begin met een toelatingsproef voor de geïntegreerde lerarenopleidingen kleuteronderwijs, lager en secundair onderwijs”, staat er te lezen. Daarmee wil de minister van Onderwijs de kennis van studenten beter inschatten. Op die manier moeten we beter geschoolde leraren krijgen en zouden er minder studenten falen, wat voor zowel de hogescholen als voor die studenten zelf tijd en geld kost.

Ik ben een voorstander van dit voorstel. Er zijn vaak studenten die aan de lerarenopleiding Kleuteronderwijs starten, met het idee dat dit heel eenvoudig is. Het algemene beeld rond kleuteronderwijs zit volledig fout. Mensen denken dat het als kleuterjuf gemakkelijk werk is en het dus gemakkelijk verdiend geld is, aangezien je toch heel de dag maar “wat spelletjes speelt” of “een beetje op de kinderen let”.

Studenten starten daardoor vaak in kleuteronderwijs met het idee dat dit heel gemakkelijk is. Via een toelatingsproef kan er een beter beeld gegeven worden aan wat kleuteronderwijs inhoud, en zullen de leerlingen die hier toch een ander beeld van hebben niet starten, of een andere motivatie krijgen. Ik denk dat er ook meer studenten de toelatingsproef zullen afnemen, omdat zij zo zelf ook een beter beeld van kleuteronderwijs zullen krijgen. Hierdoor zullen zij zelf beter kunnen inschatten of er een toekomstige kleuterjuf/meester in zichzelf zit.

De lerarenopleiding kleuteronderwijs is ook zeer duur. Als student betaal je al het didactisch materiaal voor stage zelf, de materialen die je op school nodig hebt voor taken, de muzische stages, … Dit alles samen wordt al snel een hoge rekening. Als de toelatingsproef ervoor kan zorgen dat er vooral mensen starten met een hoge motivatie, zullen er dus ook minder mensen starten die dan veel geld uitgegeven en dan toch moeten stoppen. De tijd en het geld dat hierin wordt gestoken kan dan beter in een andere studierichting worden gestoken.

0

Technisch juist leren zwemmen niet meer nodig

Ik las vandaag een interessant artikel op Klasse. Vanaf volgend jaar zal er een nieuwe leerlijn zijn rond kinderen leren zwemmen. De grootste verandering in deze leerlijn is dat je als leerkracht kinderen geen juiste technische zwemslag meer moet aanleren. Je moet er natuurlijk voor zorgen dat de kinderen een zwemslag aanleren, maar deze zou vooral efficiënt moeten zijn.

“Op sommige scholen zwemmen leerlingen maar af en toe, omdat het te duur is door de toegangsprijs en het vervoer, of omdat het zwembad in de buurt geen plaats heeft”, zegt Nassen. “Dan biedt de leerlijn een oplossing, want ze maakt het gebruik van de zwembaden en de invulling van de zwemlessen efficiënter door niet te veel aandacht aan de zwemtechniek te geven. Scholen die wel veel met hun leerlingen gaan zwemmen of die leerlingen hebben met veel zwemervaring, kunnen hun leerlingen de zwemslagen natuurlijk wel nog aanleren.”

Ik gaf zelf vandaag mijn laatste zwemles aan een jongen van 8 jaar. Ik ben hem zwemles beginnen geven omdat hij als een van de enige op zijn school niet kon zwemmen, en hij met dit probleem ook niet geholpen werd op school. Vandaag, 15 zwemlessen later kan hij zwemmen! Dit is voor mij een heel leuk gevoel, maar zeker voor hem. De reden dat D. niet kon zwemmen, was puur doordat hij zo bang was om te verdrinken. Daarom was mijn doel bij hem ook niet om hem een perfecte techniek aan te leren, maar gewoon om ervoor te zorgen dat zijn techniek juist genoeg was, zodat hij zichzelf kon redden. Dit heeft hij ook moeten bewijzen op school, en met succes! Sindsdien was D. niet meer bang, hij zwemt plots heel graag, en doet dit ook steeds beter.

Ik vind het nieuwe leerplan dan ook echt niet slecht. Het is inderdaad belangrijk dat kinderen een juist zwemtechniek aanleren, maar het is belangrijker dat zij zichzelf kunnen redden als dit nodig is. Eens zij dit kunnen, zullen zij zwemen ook heel leuk vinden, en zal de techniek ook beter worden.

Ik vind het nieuwe leerplan een voordeel voor heel veel kinderen. En ik denk dat je het als ouder ook belangrijker zal vinden dat je kind zichzelf kan redden, dan dat het volledig in de juiste techniek zwemt.

2

Extra lesuur voor hetzelfde loon voor leerkrachten in het secundair onderwijs

Afgelopen vrijdag (26 september 2014) las ik een artikel op de website van het Nieuwsblad over een besparingsvoorstel voor leerkrachten van de tweede en derde graad secundair onderwijs. Er wordt voorgesteld om leerkrachten een uur langer les te laten geven, maar wel voor hetzelfde loon. Dit plan zou op één jaar 60 miljoen euro opleveren.

Marnix Heyndrickx van het vsoa reageert boos:

“Als je zo’n maatregels uitvaardigt, moet je goed beseffen dat jonge mensen niet meer geneigd zullen zijn voor een job in het onderwijs te kiezen. Terwijl we straks zullen schreeuwen om meer instroom. Deze besparingsmaatregel zal nu misschien wel het budgetprobleem oplossen maar over zes jaar zitten we met de gebakken peren. We weten nu al dat we in 2020 meer dan 10.000 nieuwe leerkrachten nodig hebben. Waar gaan we die halen, als we vandaag de job een stuk minder aantrekkelijk maken?”

Niet alleen wordt een job in het secundair onderwijs minder aantrekkelijk, maar er zullen direct 1500 tijdelijke leerkrachten hun baan verliezen. Op korte termijn wordt wel veel geld bespaard, maar hetzelfde moment komen de jobs van leerkrachten secundair onderwijs, zowel nu als in de toekomst, in het gedrang. Men kan niet besparen in het onderwijs op de kap van de leerkrachten.

Jos Vanderhoeven stelt daarom andere manieren van besparen voor:

 “Ik noem er maar één: al die kleine klasjes met negen of soms zelfs maar twee leerlingen. Een minimumnorm voor het aantal leerlingen per klas, zou al ook al tot een mooie besparing leiden.”

Als toekomstige leerkracht vind ik het niet kunnen dat men studenten probeert warm te maken voor een job in het onderwijs, en tegelijkertijd zulke besparingen wilt doorvoeren.